Fokdoel
Bij het Nolana Schapenstamboek hebben we te maken met twee rassen n.l. het Nolana vleesschaap en het Nolana Landschaap.
Voor de eigenschappen en fokdoel kan men het beste klikken op onderstaande links:
Beide rassen hebben gemeen, dat ze hun wol/haren verliezen en twee keer per jaar hun vacht aanpassen aan het jaargetijde. Bij de selectie moet men ervoor waken dat deze eigenschap goed gehandhaafd blijft binnen de beide rassen.
Beide rassen zijn ook goede moeders. Ze verzorgen hun lammeren goed. Men streeft niet naar grote worpen. Dat geeft meer werk en meer kans op problemen. Ook loopt de moeder meer kans op uierproblemen bij het zogen van grote worpen.
Beide rassen hebben ook een lang bronstseizoen waardoor men over een groot gedeelte van het jaar goede lammeren kan afleveren.
Beide rassen hebben gemeen dat ze zeer zelfredzaam zijn.
Vooral het Nolana Landschaap moet een goed loopvermogen hebben daar het vaak ingezet wordt bij landschap onderhoud.
Bij de Nolana vleesschaap zijn bevleesdheid en groei vermogen belangrijke eigenschappen.
Zie voor verdere informatie over de fokkerij eisen binnen het stamboek het Fokreglement van het Nolana Schapenstamboek